Andries van Wijngaarden

Deze woningbouwarchitect vervulde een belangrijke positie in het Rotterdam vanaf de jaren zeventig. Hij is als zelfstandig architect bij tal van stadsvernieuwingsprojecten betrokken geweest.

Hij schetst inhet kort enkele praktijk zijn ervaringen over de positie van de architect in die tijd.

Proces van de stadsvernieuwing
Er was een verordening op de stadsvernieuwing waarin alles geregeld werd. De besluitvorming werd geheel gedecentraliseerd via de projectgroepen (per stadsvernieuwingswijk). Verder waren er convenanten met woningcorporaties waarin bevoegdheden vastgelegd. De bewoners hadden via de projectgroep verregaande bevoegdheden zoals een beslissende keuze bij de keuze van de architect, het recht op terugkeer na sloop of renovatie en op een voor voor hen betaalbare huur. Een enkele keer kwam het voor dat een reeds aanwezige architect na een jaar niet voldeed en werd vervangen  door een andere.

De opdrachtgever en de architect  
De woningbouwvereniging had een formele rol (financiën,  contracten , etc.) Inhoudelijk werd die rol in feite uitgeoefend  door de betreffende bewonersplangroep die per bouwproject van ca 100 stuks per straat / buurt (  sociale)  woningen gevormd werd. Zij werden daarin begeleid door externe deskundigen en opbouwwerkers. Er was bij de dienst VH ook een afdeling die met de bewoners maquettes maakte van de woningplattegrond , regelmatig werden ook modellen gebouwd op ware grootte. In sessies met de bewoners werden correcties en aanpassingen aangebracht m.b.t. deurplaatsing ,indeling keuken , badkamer etc. het resultaat werd later door de architect in de tekeningen werd  verwerkt . Bij veel projecten werden in alle stadia  vanaf  voorlopig ontwerp t/m bestektekeningen en het bestek door de architect z.g.bewonersboekjes gemaakt die met de bewonersplangroep in veel avondvergaderingen, werden doorgesproken.
                                                                                                                                              
Plan kwaliteit –architectuur                                                                                      
In het overleg met de bewoners werd grote nadruk gelegd op de indeling van de woningplattegrond , enkele voorbeelden bij vervangende nieuwbouw:
-Voorkeur voor portiekwoningen met trappenhuis  aan de straatzijde
-Straat georiënteerde woonkamer, geen inpandige keukens
-Ruime balkons op de zonzijde, ook als dat de voorgevel was
-Gemengde woninggrootte in elk blok woningen op de begane grond
-De bestaande structuur van gesloten bouwblok respecteren
-De gesloten hoeken leveren bijzondere woningtypen op
-Alle ramen van binnenuit te openen zodat de glazenwasser kon worden bespaard
Wegens  krappe budgetten en  een hoog plan tempo kon aan bijzondere architectuur
meestal weinig aandacht worden besteed. De bouwwijze was betonskelet ingevuld met goedkope baksteen, hardhouten raam en deurkozijnen

Rol van de gemeente , dienst Volkshuisvesting
De dienst volkshuisvesting had vooral een stimulerende rol m.b.t. de bouwproductie om  bouwstromen in de diverse stadswijken op gang te brengen. Daarvoor was een speciale research afdeling opgezet: het Q en Q team , wat allerlei studies verrichte naar een meer rationele planontwikkeling. Veel studies, rapporten publicaties en aanvullende voorschriften werden rondgestuurd speciaal ook aan architecten met verzoek hiermee te gaan werken, zoals:
Voor nieuwbouw, ontwerpregels voor nieuwbouw in oude wijken (casco in open gaten)
Gepubliceerd in  tijdschr. De architect  1978 -6
Voor renovatie, over de 19 eeuwse alkoof panden , de z.g. drie pands-ontsluiting, een
zeer ingrijpende renovatie  waarbij alleen het casco van bouwmuren en voorgevel bleef staan
dak ,achtergevel en alle verdiepingvloeren werden vernieuwd  de dak etage werd vervangen door de bekende trespa dakdozen, liefst tot in de goot (gaf max. aantal vierkante meters).
Bewoners kozen bij voorkeur voor renovatie, dat betekende meer m2 huis voor minder huur.  
 De keuze voor renovatie of nieuwbouw kwam tot stand op basis van een  funderingsonderzoek door de dienst gemeentewerken afd. civiele techniek.

Ethiek
Mijn generatie architecten werd medegevormd door deelname aan actiegroepen in de studietijd, we waren solidair met de bewoners in de oude stadswijken die werden opgezadeld met grootschalige kaalslagplannen van de gemeente en de grote architectenburos:  Oude westen, Dapperbuurt , Schilderswijk enz.

Diagnose anno 2010/2011                                                                                                                          
Het woningbouwblok 'Gaffelblok' dat ik in het Oude Westen ontwierp (is in weerwil van negatieve smaakoordelen) succesvol gebleken. De woningen worden nu door Woonstad met succes verkocht aan met name starters op de woningmarkt, kleine gezinnen en alleenstaanden. Om meer algemeen een diagnose te kunnen stellen zal men zich moeten verdiepen in de structuur van een wijk en buurt en de mensen die daar wonen  en ook de daar aanwezige organisatie structuur zoals verenigingen van huurders, kopers en eigenaren. Het is zaak hiermee een platform op te zetten, in de huidige tijd, vlgs het principe van”particulier opdrachtgeverschap". om de plannen ook  tot realisatie te brengen. Zoals de grootschalige nieuwbouw uit de jaren zestig, in de jaren 70 werd gestopt door de stadsvernieuwing met opstandige bewoners, die zeggenschap wensten, gebeurt nu onder invloed van de crisis hetzelfde: er gaat weer kleinschaliger gebouwd worden voor betrokken bewoners. Zie het artikel 'de bouw moet radicaal anders' Bernard Hulsman in het NRC Handelsblad.
 
Rotterdam  3  juli 2010

Andries van Wijngaarden  


interviews

Wat bewoog de architecten en projectcoördinatoren uit de jaren ’70 en hoe kijken ze terug op het resultaat van de ‘omslag’ in Rotterdam? In het kader van R'70 is een aantal interviews gehouden met ooggetuigen en onderzoekers van deze, voor Rotterdam, turbulente periode.

De interviews verschaffen een levendig beeld in hoe de omslag van de jaren ’70 een nieuwe ruimtelijke en organisatorische opgave betekende. Niemand wist hoe de urgente stedelijke problemen van verkrotting, woningnood en binnenstad aangepakt moesten worden. Al doende leerde men.