"In de Gouvernestraat is alles te beleven wat Rotterdam te beleven biedt. De straat is bezaaid met kinderen. De portieken en stoepen zitten vol. Hier en daar ook de goot. Elke vierkante centimeter is speelplaats. Een mens zou versteld staan van zoveel vindingrijkheid van al die kinderen om met zo weinig mogelijkheden et toch zoveel van te maken."[i]
Saneringnota’s 1951-1972
Terwijl het Rotterdamse stadsontwikkeling zich bezighield met de wederopbouw van het centrum, verslechterde de situatie in de oude 19de-eeuwse wijken. Door het bombardement waren veel bewoners van het stadscentrum naar de oude wijken verhuisd waar de woningen snel door overbevolking verslechterden. In het centrum werden weinig nieuwe woningen gebouwd ter vervanging van de circa 25.000 woningen die bij het bombardement verloren waren. Zo wonen er in 1970 in het Oude Westen 20.000 mensen, op 47 ha[ii]. Alhoewel de situatie begin jaren 50 al nijpend was werd er weinig aan de 19de-eeuwse wijken gedaan. Het wederopbouwplan voorzag vooral in wonen in de uitleggebieden en voor kostbare aankoop en sanering van particulier woningbezit was geen gemeentelijk geld beschikbaar. Wel maakte de gemeente vanaf begin jaren ‘50 een aantal inventarisaties en saneringsnota’s. De saneringsnota’s koppelden de noodzaak van het opruimen van krotten aan doorbraken die de infrastructuur van de stad als geheel moesten verbeteren. De inventarisaties van verkrotting liepen uiteen en werden mede gemotiveerd door de subsidies die er voor opruiming landelijk beschikbaar waren en de geplande verkeersdoorbraken[iii]. In de Saneringsnota 1968 is sprake van de sloop van 33.000 woningen. De saneringsnota's gekoppeld aan grootschalige infrastructuurprojecten als het Rottetracé en de gecombineerde Willemstunnel en het uitblijven van concrete plannen voor verbetering van de leefbaarheid in oude wijken zorgde begin jaren ‘70 voor stadsbreed verzet. Het college van '74 stelt sanering ten dienste van het verbeteren van de woonsituatie in de wijken.
Aankoop en sloop
In de stadsvernieuwingsgebieden was circa 85% van de woningen in particulier bezit. De stadsvernieuwingsoperatie begon in 1974 met de algemene aankoopactie waarbij wethouder J. van der Ploeg in één jaar tijd 20.000 woningen kocht tegen een gemiddelde prijs van 6.000 gulden. In de loop der jaren worden er steeds meer woningen aangekocht. Uiteindelijk kochten gemeente en corporaties 40.000 woningen in stadsvernieuwingsgebieden waarvan de helft, 20.000 werden gesloopt.[iv]
[i] ds J.M. van Krimpen, In ‘de Oude Stadswijk, Het evangelie in een havenstad’, Rotterdam 1953
[ii] Buurtkrant Oude Westen maart 1970
[iii] A. Habets, J. de Heer en A.Rijndorp, in ‘Stedenbouw in Rotterdam’
[iv] A. Habets in ‘Stadsvernieuwing Rotterdam 1974-1984 Beleid’